Naast het kunnen oplossen van oefeningen is het beheersen van theoretische kennis ook erg belangrijk. De leerlingen van het 4e leerjaar komen in dit artikel het verschil te weten tussen gelijknamige - en gelijkwaardige breuken. Wie vergeten is wat veréénvoudigen betekent, kan ook hier de oplossing vinden.
Gelijkwaardige breuken: hebben niet dezelfde noemer, maar kunnen mits een veréénvoudiging dezelfde noemer bekomen. Bijvoorbeeld: 1/2 en 2/4
Gelijknamige breuken: hebben dezelfde noemer en kunnen bij het ordenen van groot naar klein of omgekeerd direct worden gebruikt in de oefening. Bijvoorbeeld: 3/6 en 9/6
Veréénvoudigen betekent de (moeilijke) breuk éénvoudiger maken door zowel de teller als de noemer te delen door hetzelfde getal. Bijvoorbeeld: 6/9 wordt in haar éénvoudigste vorm 2/3
Oefeningen maken ?
Gelijkwaardige breuken
Gelijknamige breuken
Veréénvoudigen
Veel plezier !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten